Soms lijken pubers wel vastgelijmd aan hun schermen. Om ze er los van te krijgen kan een ouderwets spelletje Hints een verrassend effectieve methode zijn. Ze komen niet alleen in beweging, maar dit spelletje kan een puber zelfs enthousiast krijgen voor iets dat niets met wifi te maken heeft. Ja, je leest het goed, geen digitale pixels, geen controllers en (schrik niet) geen schermen!
Een spelletje hints kan de woonkamer transformeren van een stiltezone, waar de enige geluiden het getik van smartphones en het zuchten uit verveling zijn, naar een bruisende ruimte van creativiteit, gelach en je gelooft het nooit, ook een daadwerkelijke fysieke activiteit!
Wat ook een leuk spel is om pubers in beweging te krijgen, is het spel ‘Leven Cluedo’. Hier vind je de uitleg om Leven Cluedo thuis te spelen.
Genoeg overtuiging om een spelletje hints met je pubers te spelen toch? Nu het volgende obstakel, hoe speel je hints én waar haal je leuke Hints woorden vandaan? Ook daarin hebben we aan je gedacht!
Spelletje Hints uitleg
Het spel is simpel. Spelers proberen een woord of zin uit te beelden zonder geluid te maken, terwijl hun teamgenoten raden wat het is. Het lijkt misschien makkelijk, maar wacht maar tot je ziet hoe een tiener probeert “kwantummechanica” uit te beelden zonder zijn toevlucht te nemen tot een Google-zoekopdracht. Oké, geintje natuurlijk! Dit soort Hints woorden zullen we de pubers besparen, maar een beetje uitdaging kunnen ze wel hebben toch?
Teams: Verdeel de spelers in twee (of meer) teams. Probeer de teams zo eerlijk mogelijk te maken.
Tijdsduur: Bepaal hoe lang elke beurt duurt. Een gebruikelijke tijdslimiet is 1 of 2 minuten per beurt.
Woorden en zinnen: Gebruik onze lijst met Hints woorden of Hints zinnen of schrijf deze op stukjes papier die in een kom worden geplaatst. De moeilijkheidsgraad kan variëren afhankelijk van de groep.
Spelverloop
Beurt: Elk team kiest om beurten een “uitbeelder” die probeert het woord of de zin die hij/zij trekt, uit te beelden aan zijn/haar teamleden.
Geen geluid: De uitbeelder mag geen geluiden maken of lipbewegingen gebruiken om het woord te beschrijven. Geen punten of directe hints naar letters of cijfers.
Raden: Het team heeft de tijdslimiet om het woord of de zin te raden. De uitbeelder mag blijven gebaren zolang er tijd is.
Punten: Als het team het woord of de zin raadt binnen de tijdslimiet, krijgen ze een punt. Zo niet, dan gaat de beurt naar het volgende team zonder punten.
Wissel van rol: Na elke beurt wisselt de rol van uitbeelder binnen het team.
Winnen: Het team met de meeste punten aan het einde van het spel (nadat alle woorden zijn gebruikt of na een vooraf bepaald aantal rondes) wint het spel.
Extra regels
Passen: Beslis of uitbeelders mogen passen als een woord te moeilijk lijkt. Meestal wordt toegestaan één of twee keer te passen per beurt.
Categorieën: Om het spel interessanter te maken, kun je specifieke categorieën gebruiken zoals films, beroepen, historische figuren, etc.
Verboden gebaren: Je kunt regels toevoegen die bepaalde gebaren verbieden om de Hints woorden uit te beelden en om het spel moeilijker te maken.
Hints woorden en zinnen
De sleutel tot succes met Hints en pubers ligt in de keuze van de woorden en zinnen. Je wilt ze uitdagen, maar niet zozeer dat ze opgeven en terugkeren naar hun digitale comfortzones. Het doel is om ze zover te krijgen dat ze opspringen, rondrennen en gebaren maken alsof ze de laatste overlevenden zijn in een spelletje Hints voor de hele mensheid.
150 Hints woorden
- Banaan
- Zonsopgang
- Bibliotheek
- Skateboard
- Pyjama
- Kangoeroe
- Spaghetti
- Regenboog
- Zandkasteel
- Vampier
- Piramide
- Onderzeeër
- Koala
- Mummie
- Zeemeermin
- Vulkanoloog
- Karaoke
- Jongleren
- Detective
- Tandarts
- Selfie
- TikTok
- Fortnite
- Emoji
- YouTube
- Snapchat
- Memes
- Influencer
- Hashtag
- Vlogger
- Boek
- Computer
- Deur
- Eiland
- Fiets
- Gitaar
- Hoed
- Ijsje
- Podcast
- Smartphone
- Virtual Reality
- Streaming
- Playlist
- App
- Wifi
- Oplader
- Wachtwoord
- Avatar
- Hacker
- Drone
- Bitcoin
- Cyberpesten
- Fidgetoy
- Anime
- Superheld
- Schurk
- Zombie
- Apocalypse
- Skateboard
- Graffiti
- Freerunnen
- Vegan
- Klimaatverandering
- Zonnepanelen
- Elektrische auto
- Artificial Intelligence
- Robot
- Space X
- Mars
- Horloge
- Basketbal
- Tennisracket
- Zwembril
- DNA
- Corona
- Evolutie
- Dinosaurus fossiel
- Piramide
- Eenhoorn
- Draak
- Zeemeermin
- Detective
- Spion
- Noorderlicht
- FOMO (Fear Of Missing Out)
- YOLO (You Only Live Once)
- Noob
- Unfollow
- Webinar
- Galaxy
- Unboxing
- Boomer
- Appel
- Lamp
- Muis (dier of computer)
- Neus
- Oorbel
- Pen
- Quiz
- Riem
- Schaar
- Tafel
- Uil
- Vliegtuig
- Wolk
- Xylofoon
- Yogamat
- Zebrapad
- Waterfles
- Zonnebril
- Regenjas
- Koffiekop
- Paraplu
- Sleutels
- Portemonnee
- Telefoon
- Plant
- Boekenplank
- Kussen
- Bril
- Lamp
- Rugzak
- Kalender
- Handdoek
- Schoenen
- Laarzen
- Muts
- Handschoenen
- Sjaal
- Appelsap
- Chocolade
- Pizza
- Hamburger
- Sushi
- Pasta
- Soep
- IJs
- Cake
- Donut
- Sandwich
- Frituur
- Mosterd
- Melk
- Thee
- Water
- Citroen
- Sinaasappel
- Druiven
- Ui
- Knoflook
100 Hints zinnen
Het uitbeelden van zinnen kan een hilarische draai geven aan het traditionele spelletje Hints, vooral met pubers. Hier zijn 100 zinnen die leuk zijn om uit te beelden.
- Met de deur in huis vallen.
- Een appeltje voor de dorst hebben.
- Mijn batterij is bijna leeg.
- Waar is de afstandsbediening?
- Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.
- Even mijn potje afmaken.
- Kan ik meer zakgeld krijgen?
- Ik ben mijn wachtwoord vergeten.
- Er zit kauwgom in mijn haar.
- Mijn telefoon viel in het toilet.
- Ik heb de laatste aflevering gemist.
- Waarom doet WiFi het niet?
- Ik ben mijn oplader kwijt.
- Kunnen we pizza bestellen?
- Ik wil niet naar school vandaag.
- Mijn broer/zus heeft het gedaan.
- Ik kan mijn schoenen niet vinden.
- Heb je mijn oortjes gezien?
- Ik ben te oud voor dit.
- Moet ik echt mijn kamer opruimen?
- Dit is zo oneerlijk!
- Ik heb honger, maar weet niet wat ik wil eten.
- Kan iemand me helpen met mijn huiswerk?
- Ik ben bijna klaar, geef me nog 5 minuten.
- Ik ben mijn werkstuk kwijt.
- Ik heb slaap, maar ik wil niet slapen.
- Ik heb geen zin in gym vandaag.
- Kunnen we niet gewoon thuisblijven?
- Dat was niet mijn schuld!
- Ik heb alles al opgeruimd.
- Kan ik later thuis komen?
- Ik heb niks om aan te trekken.
- Die film was zo saai.
- De koe bij de horens vatten.
- Ik wil niet lopen, laten we fietsen.
- Waarom moet ik altijd de afwas doen?
- Kunnen we een huisdier nemen?
- Ik heb geen idee hoe dat moet.
- Dat huiswerk is voor morgen, toch?
- Waarom is het internet zo traag?
- Ik wil niet op de foto.
- Op hete kolen zitten.
- De bloemetjes buiten zetten.
- Ik heb mijn mobiel niet gehoord.
- Mijn fiets heeft een lekke band.
- Ik kan mijn huiswerk niet vinden.
- Ik ben mijn geodriehoek kwijt.
- Kunnen we uit eten gaan?
- Waarom begint school zo vroeg?
- Mijn computer is gecrasht.
- Ik wil niet opruimen.
- Dat was de laatste keer dat ik dat doe.
- Ik ben mijn pen kwijt.
- Kan ik je huiswerk overnemen?
- Waarom moeten we vroeg naar bed?
- Ik ben mijn sportkleding vergeten.
- Kan ik een vriend(in) meenemen?
- Ik wil mijn haar verven.
- Dat was zo gênant!
- Ik ben alles kwijt.
- Kunnen we naar het strand?
- Ik heb dorst, maar de kraan is te ver weg.
- Ik ben mijn ID vergeten.
- Waarom moet ik altijd helpen?
- Ik heb mijn telefoon niet gebruikt tijdens de les!
- Ik wil later opblijven.
- Waar zijn mijn sokken?
- Ik wil niet naar oma.
- Kan ik contant geld krijgen?
- Ik ben mijn boek vergeten.
- Ik wil niet naar de tandarts.
- Waarom is het zo koud/warm?
- Ik wil een tatoeage.
- Mijn vriend(in) heeft het uitgemaakt.
- Ik wil niet fietsen in de regen.
- Kunnen we sushi eten?
- Ik wil een eigen kamer.
- Waarom moet ik altijd luisteren?
- Mijn telefoon is altijd leeg.
- Kan ik dit weekend naar een feest?
- Ik haat wiskunde.
- Waarom moet ik mijn bed opmaken?
- Ik wil een dagje vrij.
- Ik haat wiskunde.
- Een kat uit de boom kijken.
- De draak steken met iemand.
- Waarom moet ik mijn bed opmaken?
- Ik wil een dagje vrij.
- Waarom moet ik altijd mijn broertje/zusje ophalen?
- Ik wil niet meedoen met familiedag.
- Ik wil niet naar buiten.
- Als een kip zonder kop rondrennen.
- Het regent pijpenstelen.
- Mijn vrienden mogen dat wel.
- Waarom moeten we zo vroeg eten?
- Ik ben mijn OV-chipkaart kwijt.
- Waarom heb ik altijd pech?
- Ik wil niet studeren.
- Waarom moet ik sporten?
- Ik ben mijn agenda kwijt.