Puber weetjes: dingen die je (misschien) nog niet wist over je puber

Je woont samen met een puber. Of eigenlijk… je woont samen met een emotionele achtbaan met een telefoon aan z’n hand vastgelijmd. Maar weet je echt wat er allemaal omgaat in dat puberbrein? Hier komen de leukste, gekste én meest herkenbare weetjes over pubers!

1. Hun hersenen zijn een bouwput

De hersenen van pubers zijn volop in verbouwing. De prefrontale cortex (zeg maar: het rationele brein, waar plannen, keuzes maken en vooruitdenken gebeurt) is nog lang niet af. Geen wonder dat ze eerst roepen dat ze honger hebben, om vervolgens niks te willen eten.

Verwacht dus volwassen gedrag… maar met de bedrading van een peuter. Fijn.

2. Pubers zijn geen luiwammesen (oké, een beetje)

Pubers hebben gemiddeld 8 tot 10 uur slaap nodig. Alleen: hun biologische klok loopt anders. Ze worden pas later op de avond slaperig, en ’s ochtends functioneren ze net zo goed als een zombie zonder koffie.

Uitslapen is dus geen onwil, maar biologie. En een beetje TikTok tot 02:00 uur.

3. Emoties? Alles of niets

Door hormonale schommelingen reageren pubers vaak heftig. Van hysterisch blij tot intens verdrietig in drie seconden. En nee, ze overdrijven niet (al lijkt dat soms zo).

Hun brein en lichaam zijn op zoek naar balans. Jouw rol? Die van boksbal, psycholoog en wandelend wifi-punt tegelijk. Succes.

4. Ja, ze moeten op hun telefoon zitten

Pubers hechten enorme waarde aan sociale contacten. En tegenwoordig zijn die nou eenmaal digitaal. Even offline gaan voelt voor een puber als in een hoekje worden gezet op een feestje.

Tip: Praat niet alleen over schermtijd, maar ook over scherminhoud. Wat doen ze online? Met wie? Wat vinden ze leuk?

5. Groeispurt = vreten als een bouwvakker

Tijdens de puberteit maken pubers een enorme groeispurt door. Sommige pubers groeien wel 10 cm per jaar! Logisch dus dat de voorraadkast na een dag al leeg is.

Let op: ze eten veel, maar hebben ook goede voeding nodig (ja, ook iets anders dan chips en energydrank).


6. Ze willen los… maar ook weer niet

Pubers willen zelfstandigheid. Ze willen alles zelf beslissen. Totdat er een spin in de badkamer zit, of ze hun sleutels kwijt zijn, of ze ineens héél graag opgehaald willen worden bij dat ene feest.

Verwacht dus verwarring. En wees die stabiele rots in hun hormonale branding (ook als je eigenlijk wil gillen).

7. Schaamte op standje MAX

Alles is gênant voor een puber. Jij. Je stem. Je kleding. Je ademhaling. Je bestaan.
Zeg je “doei” voor school? Gênant. Wil je een knuffel? Gênant. Loop je überhaupt in de buurt van hun vrienden? Onherstelbare schade.

Laat ze. En weet: stiekem vinden ze het fijn dat je er bent. Alleen durven ze dat nog niet toe te geven. Misschien over vijf jaar.

8. Ze willen gehoord worden

Achter al dat gebrom, gegrom en ooggerol zit een kind dat serieus genomen wil worden. Pubers willen invloed, keuzes maken, hun eigen mening vormen. En nee, dat betekent niet altijd dat ze gelijk hebben. Maar wel dat ze willen dat jij luistert zonder direct te oordelen.

Soms is “hmm, vertel eens” effectiever dan “ik zei het toch”.

9. Pubers zijn stiekem hartstikke slim

Hoewel ze soms overkomen als wandelende chaos, kunnen pubers verrassend scherp, creatief en idealistisch zijn. Ze vormen hun identiteit, ontwikkelen hun normen en dromen grootser dan ooit.

Geef ze de ruimte om fouten te maken, te ontdekken, en te groeien. Ook als dat betekent dat ze eerst drie keer dezelfde sokken dragen omdat “dat handig is”.

10. En het belangrijkste puber weetje: ze hebben jou nodig

Hoe zelfstandig ze zich ook voordoen, hoe hard ze ook met deuren smijten: pubers hebben hun ouders/verzorgers harder nodig dan ooit. Niet als politieagent, maar als baken van vertrouwen, als veilige haven.

Ze kijken mee, luisteren (ook als het niet zo lijkt) en leren van jouw voorbeeld. Dus adem in, adem uit, en herhaal: het is de puberteit… het is de puberteit… het is de puberteit